38 couverts tellen ze bij “The House of Eliott” aan de Gentse Jan Breydelstraat nummer 36.
39 eigenlijk, als je er hun couvert in de “ Guide Michelin” bij telt.
En dat laatste couvert is, zoals later op de dag voor ons zou blijken, meer dan verdiend!
Of hij nu niet van zijn eerste ster droomt?, vragen we aan zaakvoerder Freddy Bové.
“ Laten we het vooral rustig houden”, zegt Freddy ons, “Het is goed zoals het is”.
Het is even voor twaalf als we deze foto van de gevel van dit toch wel unieke restaurant nemen. De deur is nog dicht en de store van het rechterraam nog niet opgetrokken, maar de baas staat al in de startblokken voor zijn eerste shift van vandaag.
We kijken intussen nog even door de ruit van de linker etalage, waar “Zouzou” Josephine Baker meteen een beeld geeft van wat de gasten binnen te wachten staat.
Stipt om 12 uur gaat de deur van “The House of Eliott” open en worden we opeens zomaar liefst anderhalve eeuw in de tijd terug geslingerd.
Welkom in de wereld van “La Belle Epoque” met het chique mantelpakje van Coco Chanel en, als controverse, het bananenrokje van Josephine.
Het geheimzinnige meisje met de kanten voile kijkt bedeesd naar al dit moois, terwijl de dame aan de overzijde met “perles fines”- halssnoer en brokanten mutsje zelfbewust voor zich uit staart!
De toon is meteen gezet : hier spreekt de passie van eigenaar Freddy Bové.
De jaren 20 zijn hier immers nooit ver weg!
We kennen Freddy Bové al van toen hij nog een prille twintiger was. Intussen is hij 47.
Geboren en getogen aan den Aard in Wetteren en al heel vroeg in de horeca beland.
Eerst in dienst van anderen, dan als zelfstandige, maar er altijd keihard voor geknokt.
Keihard is hier eigenlijk een fout gekozen woord, want Freddy Bové is de zachtheid zelve.
Kan ook moeilijk anders als je weet dat de man ook nog eens bezeten is van kunst en mode met een voorliefde voor de periode tussen 1850 en 1914, de tijd van het impressionisme en de “ Art Nouveau”. De tijd ook van de gloriedagen van de “Moulin Rouge” met zijn cabaret en French Cancan. Al was het vooral de Folies Bergère die zijn aandacht trok.
Daar stond immers ene Freda Josephine McDonald op het podium, waarvoor hij een enorme bewondering koesterde. Het waren vooral de doelen, die deze Josephine Baker zich in haar leven stelde, die hem aanspraken. Later zou daar dan nog eens de voorliefde voor de Franse couturière Coco Chanel bij gekomen.
Intussen beschikt Freddy over een enorme verzameling aan kledij uit die tijd, met vaak authentieke stukken, die hij af en toe ook wel eens tentoonstelt.
In zijn “House of Eliott” krijg je daar alvast een voorproefje van.
Ook de tafeltjes zijn met passie gedekt, en in wat ons vanmiddag wordt voorgeschoteld spreekt ook de kunst en de klasse van Tom, de chef in de keuken.
Al van bij de amuse weten we het al, dit wordt top.
De espuma van Parmezan was samen met de gerookte paling en aspergestukjes al een juweeltje.
De Picon au vin blanc was ook al zoals hij zijn moest.
“Met een scheutje Grand Marnier”, zei Peter ons.
Peter, die samen met Freddy de klanten aan tafel bedient, heeft er duidelijk zin in.
De dames aan de lange tafel verderop, die blijkbaar één of andere verjaardag aan het vieren zijn, hangen dan ook aan zijn lippen.
Voor we aan het voorgerecht beginnen, lopen we de rustieke trap af naar de benedenruimte, waar zich naast een aantal knusse hoekjes en extra tafeltjes ook de keuken bevindt.
Vreemde figuurtjes aan de randen van de treden, wijzen ons de weg.
Terug boven staat er een heerlijke rundscarpaccio met fris slaatje, truffel en schilfer van ganzenlever voor onze neus.
We strooien er nog wat “fleur de sel”, die naast een potje verse kruiden met bijhorend schaartje op onze tafel staat, bovenop. Super!
“ Het wijntje dat ik u nu ontkurk is nieuw in onze zaak”, zegt Freddy ons met de fles in aanslag.
De Saint-Joseph van het huis André Perret is jong (2011) maar smaakt prima.
De rundscarpaccio bewijst, wat we eerder al over “The House of Eliott, gelezen en gehoord hadden. Dit restaurant heeft wel een heel erg goede keuken!
En zeggen dat het beste dan nog komen moet!
“The House of Eliott” staat bekend om zijn heerlijke kreeftengerechten.
Dus we gaan voor de “ kreeft met een zacht sausje op basis van paprika en champignons, geblust met wodka en room “.
Geef toe, alleen de omschrijving doet een mens al watertanden.
“ Heaven is a place on earth” zong Belinda Carlisle al in 1988.
Wel, u moet niet langer meer naar dat plaatsje zoeken.
Vanop de brug aan het Gravensteen kan je het schitterende terrasje van “The House of Eliott” zien. Er staan slechts een vijftal tafeltjes, dus vlug reserveren is de boodschap.
De bootjes op de Leie varen er zo aan uw neus voorbij.
Prima ideetje voor de Gentse Feesten die op 20 juli van start gaan!
( willy van bouchaute )
( foto’s : anne-marie couliez)
http://www.thehouseofeliott.be/restaurant.htm
interview met Freddy Bové