Na een lekker ontbijt in het Ibis Hotel Grand Place, starten we onze tweede trip door Brussel op de Grote Markt.
Wie dit voor de eerste ziet trekt grote ogen.
Het stadhuis (links)dateert al van 1402.
Zijn 96 meter hoge toren , bekroond met een vergulde Sint-Michael die een draak velt, werd zo'n veertig jaar later gebouwd.
Pal rechtover situeert zich “ Het Broodhuis “, ook al uit de 15 de eeuw (1405), zij het dat het een eeuw later met de grond werd gelijkgemaakt en opnieuw in neo – gothische stijl werd opgebouwd.
Nu is er het Museum van de Stad Brussel gehuisvest.
Beide gebouwen zijn omgeven door enig mooie gildehuizen, met heerlijke namen als
De Koning van Spanje, De Kruiwagen, De Zak, De Wolvin, De Hoorn, De Vos, De Sterre, De Zwaan, De Gouden Boom, De Roos, De Berg Thabor, De Faem, De Cluyse, De Fortuine, De Windmolen, De Tinnepot, De Heuvel, De Borse, Het Hert, Joseph, Anna, De Engel, De Gouden Sloep, De Duif, De Gulden Koopman, De Helm, De Pauw, Het Vosje, De Eik, Sint Barbara en De Ezel.
De meeste ervan zijn private woningen en dus niet toegankelijk.
In de doorgang van het huis De Sterre (Karel Bulsstraat, links van het Stadhuis) ligt het beeld van Everaert 't Serclaes.
De legende wil dat meisjes of vrouwen die zijn rechterarm strelen, ofwel binnen het jaar trouwen ofwel zwanger worden, aan de pil of niet.
Je mag zelf kiezen.
Er zit al behoorlijk wat sleet op de arm, zo te zien.
Links van het beeld ziet u een gedenkplaat opgedragen aan Karel Buls, burgemeester van Brussel van 1881 tot 1899.
Omdat de straat de weg wijst naar een andere memorabele bezienswaardigheid doen ook de souvenirwinkeltjes hier hun intrede.
Zoals hier met kussens waarop werken van René Magritte, en “Cuberdons Léopold” doosjes met de beeltenis van Leopold I.
“Tintin “ of “Kuifje” staat hier niet alleen als muurschildering op de gevel, maar heeft met “ La Boutique Tintin “ zelfs zijn eigen verkooppunt.
Ook “Visitflanders” of “Toerisme Vlaanderen” ( aan de andere kant van de Grote Markt dan) in de Grasmarktstraat 61 is eigenlijk meer een souvenirshop dan een dienst voor toerisme.
De collectie oude wielertruien is uniek.
“Mee alle Chinezen, en al zeker met den dezen! “
De Aziaten ( want het kunnen ook Japanners of Koreanen zijn ) zijn er zot van.
Van ons “Manneke Pis” én van onze Brusselse Wafels.
We proberen hier op de hoek van de Stoof- en de Eikstraat, al is het woensdag, er een beetje vroeg bij te zijn, want straks is het helemaal niet meer te doen.
Het Manneke staat er – wegens vandaag geen kledingsponsor – helemaal bloot bij, wat hier en daar - hoe klein de oogjes ook – heel wat gegiechel teweegbrengt.
Bovendien zit er vandaag ook behoorlijk wat druk op de leiding, zodat de verste stralen ei zo na de slagroom op de Brusselse wafels van een extra laagje vocht voorzien.
De Poesjenellenkelder aan de overkant willen we ook wel eens zien, maar die gaat pas om 11 uur open.
Dus keren we even op onze stappen terug, richting Grasmarkt.
De “ Koninklijke St.Hubertus Galerijen “ bestaan uit 3 (winkel) galerijen : De Koningsgalerij, De Koninginnegaleij en de Prinsengalerij.
Ze zijn met glas overdekt, zijn samen 230 meter lang en 8 meter hoog, en dateren uit 1846.
Naast winkels met luxeproducten, historische tavernes en chocolatiers is er ook de “Cinéma d' Art et Essai” en het “ Théatre du Vaudeville”
Het zijn vooral de “chocolatiers “ die hier in trek zijn.
Hongkong en Tokio zijn alweer heel dichtbij.
Het is intussen elf uur, dus we trekken terug naar de hoek van de Stoof- en Eikstraat.
De deur van de Poechenellekelder staat inderdaad open.
We willen absoluut zien hoe het er binnen uitziet.
“ God ziet mij, hier vloekt men niet “.
Lang geleden dat we nog zo'n bordje gezien hebben.
Gods oog ziet dat er behoorlijk wat “Picon” in onze “ Picon au vin blanc “ zit.
Terwijl ons oog dan weer best wat hulp zou kunnen gebruiken om alles te vatten wat hier om ons heen staat.
De Poechenellen of marionetten die vroeger een hoofdrol speelden in de theaterstukken die hier in de kelder werden opgevoerd hangen nu wezenloos aan hun draadjes naast elkaar.
De “Gilles” rechtover ons ademt folklore
De bak met lege flesjes Westvleteren hangt – sinds de Amerikanen dit kleine stukje West-Vlaanderen hebben ontdekt? – omgekeerd aan het plafond.
Het bieraanbod van cafébaas Michel De Triest is gigantisch en met oude flessen zoals Cantillon Grand Cru Bruocsella een paradijs voor de bierliefhebber.
De (korte) trein van woensdagmiddag 12u 16 naar Gent Sint Pieters (richting Brugge) zit stampvol.
Zelfs in het middenpad staan ze neus aan neus en rug aan rug.
Een paar minuutjes eerder lieten we op hetzelfde perron een quasi lege (dubbeldek?) trein naar datzelfde Gent Sint Pieters wegens teveel tussenstops aan ons voorbijgaan.
Soms maakt een mens wel eens een foute keuze in het leven.
Kent u hem nog, de slogan “ De trein is altijd een beetje reizen” ?
(willy van bouchaute)
(foto's : anne-marie couliez)